No. 221
thans uiteraard niet te voorzien. Te gelegener tijd, wanneer
een voldoende toezicht is kunnen worden verkregen, welke
financieele wijzigingen de sinds September opgetreden om
standigheden vragen, zullen voorstellen daartoe aan Uw
College worden voorgelegd.
Reeds een summiere beschouwing der begrootingscijfers
zal U duidelijk maken, dat de structuur ook van deze be
grooting weer wordt bepaald door het nog steeds alles over-
heerschende vraagstuk van de zorg voor hen, die tenge
volge van werkloosheid of om andere redenen niet in staat
zijn in hun eigen onderhoud te voorzien. Men bedenke daar
bij, dat het niet uitsluitend de uitgaven voor de steunregeling,
werkverschaffing en onderstand ingevolge de Armenwet zijn
welke enorme bedragen vragen, doch dat ook de kosten van
geneeskundige hulp, ziekenhuis- en sanatoriumverpleging,
krankzinnigenverpleging enz. belangrijke sommen vorderen.
Daar komt nog bij, dat behalve de belastingopbrengsten,
sommige andere inkomstposten, zooals b.v. de opbrengst der
schoolgelden voor alle soorten van onderwijs, tengevolge der
bovengenoemde omstandigheden ongunstig worden beïn
vloed.
Niettemin stemt het tot voldoening, dat het zich laat aan
zien, dat Breda over het dieptepunt heen is wat de werk
loosheid betreft. Al openden de eerste maanden van 1939
nog niet bepaald goede perspectieven, de latere maanden
toonden aan, dat de werkloosheid in het voorjaar en den
zomer in ruimere mate en voor langeren duur dan in 1938
het geval was, afnam. Waar deze afneming der werkloos
heid geen plaatselijk verschijnsel blijkt te zijn over het
geheele land vond een vermindering plaats en veelal in rui
mere mate dan in Breda zou er plaats zijn voor de ver
wachting, dat de omvang van de werkloosheid zich in gun-
stigen zin zal blijven ontwikkelen, ware het niet, dat de
inmiddels ingetreden omstandigheden wellicht medebrengen,
dat er wederom met een toeneming te rekenen valt.
Gezien het geraamde tekort van 374.037,13 voor de
begrooting 1939 zal het U duidelijk zijn, dat het aangehaalde
gunstige symptoom geenszins tot gevolg kan hebben, dat voor