No. 222 - 5 - Ten slotte moge worden opgemerkt, dat de bestudeering van de begrooting en de haar vergezellende stukken ver gemakkelijkt zou kunnen worden indien de daarin voor komende bedragen overeenstemden met de correspondeerende bijbegrootingen. Zoo staat in de nota van B. en W., dat de gewone bij drage uit het Werkloosheidssubsidiefonds in verband met de hoogere uitgaven is geraamd op 896.745,27 tegen 652.304,58 in 1939. In de toelichting op den betrekkelijken begrootingspost, 137A, wordt verwezen naar de bijbegrooting. Maar in de bijbegrooting zijn die bedragen 896.745,27 en 786,211,33. Een overeenkomstig geval doet zich voor o.a. bij post 736A. Het vermelden van dezelfde bedragen is noodzakelijk. Meerdere leden sluiten zich aan bij de woorden van dank aan het College. Meerdere leden dringen aan om spoed te verzoeken bij de samenvoegingsplannen der gemeente. Door meerdere leden wordt hulde gebracht aan den Wet houder van Financiën voor zijn beleid over het afgeloopen jaar. Ten aanzien van de voorliggende begrooting wordt de meening geopperd, dat zij erg krap is opgemaakt, zoodat er van verdere bezuiniging geen sprake meer kan zijn. Gezien den huidigen internationalen toestand, waarvan ook ons land natuurlijkerwijze de nadeelige gevolgen zal onder vinden, wordt de meening uitgesproken, dat vele inkomsten- posten te hoog geraamd zullen blijken te zijn, terwijl de uit gaven aanmerkelijk zullen stijgen. Betreurd wordt, dat het jaarverslag over 1938 wederom niet is ontvangen, waardoor de voor een goed oordeel noodige gegevens ontbreken. Meerdere leden spreken hun waardeering uit voor het beleid van B. en W. De gevolgde politiek waarbij met name te noemen de financiëele politiek en het beheer der bedrijven kan slechts goedkeuring wegdragen. Eveneens wordt een woord van hulde gebracht aan de gemeente-amb tenaren, die in het afgeloopen jaar weer plichtsgetrouw werkten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 577