No. 222
16
met dit laatste punt vragen deze leden belangstellend naar
het resultaat van de toegezegde bestudeering der cijfers, die
door het raadslid Heer in de vergadering van 29 November
1938 gegeven werden over de schoolgelden in andere ge
meenten.
Zij zijn verder van meening, dat een goede lichamelijke
ontwikkeling van de inwoners van Breda en vooral van de
jeugd ontbreekt en vragen, of B. en W. bereid zijn, het
initiatief tot gemeenschappelijke actie te stimuleeren, door
hunne medewerking, die o.a. kan bestaan in het beschikbaar
stellen van terreinen en lokalen en het inschakelen van de
scholen bij deze actie.
Tenslotte zouden zij willen bevorderen, dat alle kinderen
der Openbare scholen in de gelegenheid worden gesteld
gymnastiek-onderwijs te krijgen.
2. 507. 511 en 513.
Een der leden verzoekt mede te deelen, wat de oorzaak is
van de buitengewoon groote vermindering van de bedragen
voor „Algemeene onkosten" op deze posten.
In de jaren 1934 t/m 1937 werd op elk dezer posten res
pectievelijk uitgegeven 886,88, 629,03 en 2320,54 per
jaar. In totaal dus 3.836,45 4 959,11.
Rekent men nu voor ieder der drie lagere scholen een
gelijk bedrag, dan is dit voor de thans nog bestaande scholen
2/3 X 959,11 639,41.
Thans wordt geraamd 315,of nog geen 50% van
het vorengenoemde gemiddelde jaarbedrag.
13. volgnr. 646.
Enkele leden vragen, of B. en W. bereid zijn de mogelijk
heid te onderzoeken voor het verbinden van een dagschool
aan de Handelsavondschool, waar jeugdige werknemers vol
gens art. 12 van de Arbeidswet in staat gesteld worden ge
durende hun werktijd onderwijs te genieten.
14, volgnr. 657 en 665.
Meerdere leden vragen het subsidie van het O. L. Vrouwe
Lyceum toe te passen volgens de oude regeling.