No. 222
18
Hoofdstuk IX,
1. 714.
Een lid vraagt om welke redenen de arme krankzinnigen
voor het meerendeel in „Voorburg" en „Reinier van Arckel"
(73 van de 128) worden opgenomen. Met uitzondering van
„Vrederust" te Bergen op Zoom zijn de verplegingskosten
daar aanmerkelijk hooger dan in de andere inrichtingen.
718. Hier vraagt een der leden waar de gelden, benoodigd
voor de spaarregeling, als uitgaaf zijn geboekt.
2. Algemeene beschouwingen.
Een der leden erkent, dat het zoeken van werkobjecten
niet een gemakkelijke taak is, en dat niet voorkomen kan
worden, dat die werkobjecten in veraf gelegen plaatsen moe
ten worden gezocht. Nochtans dient meer dan tot dusver
het geval was, rekening te worden gehouden met de ver
schillende omstandigheden, waarin tewerkgestelden komen te
verkeeren, indien zij aangewezen worden hun werk ver van
huis te gaan verrichten.
Hierbij is gedacht aan de tewerkgestelden te Mill. De
Bredasche arbeiders moeten daartoe des morgens om 5.21
met den trein vertrekken, zoodat het meerendeel om 4 a 4^
uur dient op te staan, waarna zij dan op zijn vroegst des
avonds 7 uur in hun woning terugkeeren. Die menschen
zijn dus dagelijks ruim 14 uur in de weer, iets wat toch zeker
abnormaal moet worden genoemd. Verschillende hunner
moeten bij aankomst in Mill, of aan een andere halte, ruim
1 uur loopen voor zij aan het werk zijn, terwijl anderen eerst
20 minuten moeten fietsen. Zij werken dan van pl.m. 7j^
tot 4 uur, met tweemaal een schafttijd van resp. 15 en 30
minuten.
Onder deze menschen treft men natuurlijk personen aan,
die nimmer met schop of spade hebben gewerkt en die, als
zij het werk kunnen volhouden, na een week van ingespan
nen arbeid naar huis gaan met loonen, welke belangrijk lager
zijn dan de loonen der Bredasche werkverschaffing. Dat dien
tengevolge rivaliteit ontstaat ten opzichte van degenen, die