224
No. 224 NOTA VAN WIJZIGING van de
BIJLAGEN 1939.
7 November 1939 gemeentebegrooting voor het dienst-
No. V/4012. jaar 1940.
Aan den Gemeenteraad.
Reeds bij ons schrijven van 21 September 1939, No.
V/3439 (Bijl. 1939, No. 221), houdende aanbieding der be
grooting 1940, werd medegedeeld, dat bij het samenstellen
dezer begrooting geen rekening is kunnen worden gehouden
met de sindsdien gewijzigde omstandigheden, zoodat wij
voornemens waren hierop nader terug te komen. Ook blij
kens het centraal rapport van het afdeelingsonderzoek der
begrooting 1940 (Bijl. 1939, No. 222) is er door verschillende
leden op gewezen, dat uiteindelijk de begrooting geheel
andere cijfers te zien zal geven als gevolg van de bijzondere
tijdsomstandigheden, welke wij bij het samenstellen der be
grooting niet hebben kunnen voorzien. In ons antwoord op
het centraal rapport, d.d. 3 November 1939 (Bijl. 1939, No.
223), hebben wij reeds met enkele cijfers aangegeven, in
hoeverre de ingetreden prijsstijging van invloed is op de
oorspronkelijke ramingen.
Ten einde het inzicht voor Uw College in deze hoogere
ramingen te vergemakkelijken, doen wij hierbij gaan een
staat waarin in het kort zijn aangegeven de volgnummers
der begrooting met de voorgestelde hoogere raming, alsmede
de reden dezer verhoogingen. Wij hebben aan de hand van
de inlichtingen, welke van verschillende leveranciers konden
worden verkregen, voor de voornaamste posten der ge
meentebegrooting doen nagaan, met welke bedragen de oor
spronkelijke ramingen moesten worden verhoogd. Voor deze
posten der gemeentebegrooting is het totaal der verhoogin
gen 2700,-. Aangezien het voor de overige kleinere posten
op de gemeentebegrooting niet wel mogelijk leek deze op
nieuw te ramen, hebben wij hiervoor de post „onvoorziene
uitgaven" (834) met 10 of 2700,— verhoogd, zoodat
de totale verhooging van den gewonen dienst der gemeente
begrooting 5400,— bedraagt.
Ligt ter visie in de Leeskamer.