No. 241 VOORSTEL tot het toekennen van
BIJLAGEN 1939. 241
30 November 1939 een wachtgeld aan oud-Wethouder
No. V/5237. Ir. F. S. A. van der Werf.
Aan den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van het hierbijgaand verzoek*) van den
heer Ir. F. S. A. van der Werf aan Uw College, hebben
wij de eer U te berichten, dat de heer van der Werf als
oud-wethouder ingevolge artikel 1 van gemeenteblad no.
706 recht heeft op een wachtgeld gedurende drie jaren.
Adressant was wethouder der gemeente Breda vanaf 3
Sept. 1935 tot 5 Sept. 1939.
Het wachtgeld bedraagt voor het eerste jaar 75° het
tweede jaar 50° o en het derde jaar 25% van de jaarwedde,
welke laatstelijk als wethouder werd genoten.
De uitkeeringen bedragen alzoo
van 5 Sept. 1939 - 5 Sept. 1940 f 2352.37
5 1940 - 5 1941 1568.25
5 1941 - 5 1942: 784.12.
De uitbetaling van het wachtgeld geschiedt ingevolge art.
13 van vorengenoemd gemeenteblad bij vooruitbetaling in
driemaandelijksche termijnen op den eersten werkdag der
maanden Januari, April, Juli en October.
De eerste betaling geschiedt op den derden werkdag na
het besluit tot toekenning van het wachtgeld.
Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen, ingevolge artikel 1 van gemeenteblad
no. 706 aan den heer F. S. A. van der Werf toe te ken
nen als oud-wethouder van de gemeente Breda gedurende
drie jaren, ingaande 5 Sept. 1939, een wachtgeld tot de
hierboven vermelde bedragen.
Burgemeester en Wethouders van Breda
VAN SLOBBE, burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.