ONTWERPBESLUIT.
DE RAAD DER GEMEENTE BREDA
Gezien het desbetreffend voorstel van Burgemeester en
Wethouders d.d. 15 December 1939, no. 1/4725;
BESLUIT
met intrekking van zijn besluit van 27 Juni 1939, tot wijzi
ging van de Bouwverordening, o.m. door opneming van een
nieuw artikel 120b, vast te stellen de navolgende verordening
tot wijziging van de Bouwverordening der Gemeente Breda
Artikel 1.
Na artikel 120a wordt een nieuw artikel opgenomen, lui
dende als volgt
„120b. Indien een bouwwerk verkeert in een toestand, strij-
„dig met het bepaalde in artikel 120a, terwijl de noo-
„dige voorzieningen tot opheffing van dien toestand, ondanks
„lastgeving op grond van het bepaalde in dit hoofdstuk,
„binnen den daarbij gestelden termijn, niet zijn getroffen, en deze
„voorzieningen hoogere kosten medebrengen dan in verband
„met den toestand en den aard van het bouwwerk verant-
„woord mag worden geacht, zoodat in slooping de eenig
„overblijvende maatregel moet worden gezien, kunnen Bur
gemeester en Wethouders bij een aanschrijving slooping
„binnen een door hen te stellen termijn gelasten".
Artikel 2.
In artikel 4, 3e lid, vervalt tusschen „18" en „119" het
woordje „en", terwijl hiervoor in de plaats wordt gesteld
een komma en wordt na „119" toegevoegd „en 120b".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
den Raad der gemeente Breda van 1940.
Voorzitter.
Secretaris.