No. 34 VOORSTEL tot herziening der pre-
12 Februari 1940, sentiegelden voor de leden der
BIJLAGEN 1940.
No. V/539. stembureaux.
Aan den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van ons voorstel d.d. 11 Januari 1940,
No. III/3 (bijlagen 1940, No. 8) tot vaststelling van het
presentiegeld voor de voorzitters en leden der stembureaux
op f 4,— per dag en per zitting werd door Uw College
besloten, de oude regeling t.w. een vergoeding van f 0,75
per zittingsuur zonder een maximum te handhaven. Tevens
werd in verband met de mogelijkheid van een verkiezing,
te houden ter uitvoering van artikel 159 der gemeentewet,
op de begrooting 1940 een bedrag geraamd van f 900,—
op volgnummer 358 presentiegeld leden stembureaux.
Bij schrijven d.d. 24 Januari 1940, No. 227, Ille afd. heb
ben Gedeputeerde Staten dezer provincie bezwaar gemaakt
tegen het besluit tot wijziging der gemeentebegrooting 1940,
No. 3, waarbij het bedrag f 900,— wegens presentiegeld
voor leden der stembureaux op de begrooting 1940 werd
geraamd. Onder verwijzing naar de briefwisseling, gevoerd
over de begrooting 1939, en met het oog op den zorgelijken
financieelen toestand der gemeente is het presentiegeld voor
de leden der stembureaux niet hooger te stellen dan f 4,
per lid en per zitting.
Wij hebben daarna inlichtingen ingewonnen omtrent de
regeling van dit presentiegeld in een aantal soortgelijke ge
meenten en daarbij is komen vast te staan, dat een bedrag
van f 0,40 per uur en per lid tot een maximum van f4,—
als presentiegeld voor de leden der stembureaux sedert de
laatste jaren in die gemeenten gebruikelijk is.
Wij stellen U daarom voor, het presentiegeld voor de
leden der stembureaux vast te stellen op f 0,40 per zittings
uur en per lid tot een maximum van f4,per lid en per
zittingsdag.
Aangezien de verkiezing, ter uitvoering van artikel 159
der gemeentewet, bij enkele candidaatstelling heeft plaats