No. 39
VOORSTEL in zake het aanvaar
den van de voorwaarden, waar
onder aan de gemeente Breda door
het Waterschap „De Boven-Mark"
ontheffing is verleend van het ver
bod tot het verleggen en dempen
van een gedeelte der Boven-Mark.
Aan den Gemeenteraad.
Bij het hierbijgevoegd besluit*) van het Dagelijksch Bestuur
van het Waterschap „De Boven-Mark", d.d. 18 November
1939, goedgekeurd bij besluit van de Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant, d.d. 10 Januari 1940, G. No. 180,
werd aan deze gemeente ontheffing verleend van het verbod,
vervat in artikel 48 van het Reglement op de Waterleidin
gen in Noord-Brabant (Prov. Blad 1906, No. 29), tot het
verleggen en dempen van een gedeelte der Boven-Mark
volgens de bij bovengenoemd besluit gevoegde gewaarmerkte
teekening.
Aan deze ontheffing is o.m. de voorwaarde verbonden,
dat door ons College, krachtens besluit van Uw Raad, wordt
verklaard, dat al de gestelde voorwaarden onverkort worden
aanvaard. Deze voorwaarden nu ontmoeten, naar ons oor
deel, geen enkel bezwaar, zoodat wij Uw college voorstellen,
ons tot afleggen van de vereischte verklaring wel te willen
machtigen. Bovendien geven wij U in overweging, ons te
machtigen het Waterschap daarbij in het belang van een
vlottere afdoening van zaken te verzoeken, voortaan in
dergelijke gevallen genoegen te willen nemen met een ver
klaring van ons college, zonder daartoe door Uw Raad te
zijn gemachtigd.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.
BIJLAGEN 1940
21 Februari 1940
No. 1/637.
Ligt ter visie in de Leeskamer.