No. 63
BIJLAGEN 1940.
18 April 1940
No. 1/1333.
VOORSTEL tot uitkeering van een
schadevergoeding aan de N.V.
Bredero's Bouwbedrijf te Utrecht
in verband met wijziging van het
uitbreidingsplan.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer Uw aandacht te vragen voor het
volgende.
In Uw vergadering van 26 April 1938 werd een door
den dienst van Openbare Werken ontworpen plan tot her
ziening van het uitbreidingsplan voor deze gemeente goed
gekeurd en vastgesteld. Daar tegen dit plan door Gedepu
teerde Staten bezwaren werden ontwikkeld, is het opnieuw
onder oogen gezien. Daarbij is o.a. een nieuwe visie verkregen
op dat gedeelte van het plan, hetwelk de Boeimeer omvat.
Het gevolg hiervan was, dat dit gedeelte opnieuw werd
opgezet. De nieuwe indeeling, welke hierdoor ontstond,
betrof o.m. de terreinen, verkocht aan de N.V. Bredero's
Bouwbedrijf te Utrecht, bij welke transactie indertijd normale
prijzen waren bedongen. Nu deed zich het feit voor, dat de
wijziging van dit deel van het uitbreidingsplan van zóó in
grijpenden aard was, dat voornoemde N.V. op haar complex,
begrensd door Jacob Catsstraat Brederostraat P.C.
Hooftstraat, niet meer kon bouwen, zooals zij het zich had
voorgenomen; het bouwen van in totaal 15 perceelen kwam
hierdoor te vervallen.
De N.V. stelt zich op het standpunt, dat de door haar
gemaakte kosten voor grondaankoop, straataanleg enz. moeten
worden omgeslagen over het geheele complex. Dit nu zou
bestaan uit 115 woningen, terwijl zij er nu maar 100 kan
bouwen, zoodat de exploitatie van het geheel aan gronden
voor haar nadeeliger is geworden. Dit betoog lijkt steek
houdend en het lijkt derhalve niet onjuist, dat de gemeente
de schade, daardoor ontstaan, aan de B.B.B. vergoedt.
De wijziging van het uitbreidingsplan heeft bovendien nog
ten gevolge, dat de gemeente eenig terrein van de N.V.
B.B.B. noodig heeft en wel voor aanleg van plantsoenen.