No. 67 2 boven hem staat, voor den tijd der vervanging het minimum salaris van den naast hoogeren rang met een gelijk aantal periodieke verhoogingen als hem in zijn eigen rang zijn toe gekend, wordt uitbetaald. Wel komt het billijk voor, dat een mogelijkheid wordt voorbehouden om in bijzondere omstan digheden, b.v. bij langdurige vervanging, ook voor dezen de oude regeling te kunnen toepassen. Hiervoor zal de redactie van den eersten zin van het le lid aldus moeten worden gewijzigd, dat wordt gelezen: ,,In- ,,dien buiten het geval van vacantie een ambtenaar een „maand of langer is aangewezen om een ambtenaar in hoo- geren rang te vervangen, ontvangt hij gedurende den tijd ,,der vervanging een vergoeding, berekend naar het verschil ,,dcr minima van de salarisgroepen, waartoe vervanger en „degene, die vervangen wordt, behooren." „Indien evenwel de vervanger twee of meer rangen lager „geplaatst is dan degene, dien hij vervangt, wordt het mini- „mum salaris aan den naast hoogeren rang verbonden, ver meerderd met een gelijk aantal periodieke verhoogingen als „hem in zijn eigen rang zijn toegekend, aan hem uitbetaald. „Van deze laatste bepaling kan door Burgemeester en Wet houders, in omstandigheden, waar toepassing van de rege- „ling, in den eersten zin vervat, billijk geacht wordt, wor- „den afgeweken." „In geen geval zal degene, die vervangt, ooit meer kunnen „genieten dan het bedrag der bezoldiging van dengene, dien „hij vervangt." II. Ook is het gewenscht, ten einde een uniforme rege ling te verkrijgen met de rijksregeling terzake, in artikel 27, le lid van het Ambtenarenreglement, tusschen de woorden „geniet" en „gedurende" op den derden regel in te voegen de woorden: „zoo hij gehuwd is" en het le lid aan te vullen met de navolgende bepaling: „Is hij ongehuwd, dan geniet hij gedurende 30 dagen de „volle aan zijn ambt verbonden bezoldiging en daarna het- „geen 70 ten honderd van die bezoldiging meer bedraagt dan „zijn militaire belooning", en een nieuw tweede lid toe te voegen, luidende:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 194