No. 68 - 2 - verleend. Bovendien achtte de Minister het vergelijkings object, waarnaar de bijdrage voor den bouw was berekend, niet juist gekozen. Het daarvoor gebruikte woningtype, met een inhoud van 228 M3., moet naar zijn oordeel, beneden het normale worden gerangschikt. Uitgangspunt zal volgens den Minister moeten zijn een arbeiderswoning met een in houd van 250 M3., terwijl in elk geval met een bijdrage a fonds perdu van 500,— per woning volstaan zou moeten worden. Tenslotte ontmoette het bij den Minister ook bezwaar een bijdrage a fonds perdu te verleenen voor den grond. Slechts de bouwkosten wilde Zijne Excellentie voor deze bijdrage in aanmerking doen komen. In verband met deze bedenkingen zijn van onzentwege besprekingen gevoerd met de Inspectie voor de Volkshuis vesting, welke hebben geleid tot een geheel gewijzigd plan, dat ons inziens aantrekkelijk is en bovendien in de huidige omstandigheden nog economisch verantwoord. Wij mogen U de uitvoering van dit plan dan ook wel aanbevelen. Het is een plan voor den bouw van 61 woningen voor groote arbeidersgezinnen, te weten: 12 woningen aan de Plataanstraat, 27 woningen in het Belcrumkwartier en 22 woningen aan het Westeinde (voor economisch zwak ken). De vermeerdering van 54 tot 61 is mogelijk door de wijzi ging van den plattegrond der woning, waardoor volstaan kan worden met een huisbreedte van 4.85 M., tegenover een gemiddelde huisbreedte van 5.915 M., in het door den Minis ter niet geaccepteerde plan. Met dit nieuwe type huis is het mogelijk 61 woningen te bouwen op in totaal 8.910 M2. bouwterrein, tegenover 54 stuks van het oude type op 9.842 M2. bouwterrein. De bouw dezer 61 woningen zal in totaal een uitgave vra gen van 257.976,57. Van dit bedrag zal een som van 31.133,55 a fonds perdu door het Rijk verstrekt worden. Bij een huur van 4.40 voor de woningen in het Belcrum kwartier, van 4.50 voor die aan de Plataanstraat en van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 198