No. 9 VOORSTEL tot wijziging van art.
BIJLAGEN 1940.
9 Januari 1940. j van Regicmcnt Van orde
No. III 2. voor de vergaderingen van den
Gemeenteraad.
Aan den Gemeenteraad.
De wijziging van het reglement van orde, vastgesteld in
Uw vergadering van 27 Juni 1939, ontmoet bezwaren bij
Heeren Gedeputeerde Staten.
De wijziging is vastgesteld om te kunnen benoemen een
commissie voor het onderzoeken van de geloofsbrieven van
alle nieuw benoemde raadsleden gedurende de geheele zit
tingsperiode van 4 jaren.
Tengevolge hiervan heeft huns inziens de commissie het
karakter gekregen van een commissie als bedoeld in artikel
60 le lid der Gemeentewet en zien Heeren Gedeputeerde
Staten een bezwaar in het bepaalde in artikel 1, n.l. dat de
leden worden aangewezen door den Voorzitter. Het bepaalde
in genoemd artikel der Gemeentewet vereischt de vaststelling
eener regeling omtrent den zittingsduur der commissie.
Wij stellen U voor, in artikel 1 van het reglement van
orde te schrappen „van drie leden, door den Voorzitter uit
de leden van den Raad te benoemen" en daarvoor in de
plaats te stellen „bestaande uit een voorzitter en 2 leden
„door den Raad te benoemen in de eerste vergadering van
„een nieuw gekozen Raad.
„De voorzitter en de leden treden af op den dag van af
treding der leien van den Raad. Een tusschentijds ontstane
„vacature wordt binnen twee maanden aangevuld door den
„Raad. Behoudens in het geval, dat zij ophouden leden van
„den Raad te zijn, blijven de voorzitter en de leden bij ont
slagneming deel uitmaken der commissie totdat hun opvol
gers hun benoeming hebben aangenomen."
Een ontwerp-besluit en een gewijzigd reglement zijn hier
bij gevoegd*).
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.
Liggen ter visie in de Leeskamer.