No. 69 gehuwden geleidelijk wordt ingevoerd en wel door de ver goeding met ingang van 1 Mei terug te brengen tot 90 met ingang van 1 Juni tot 80 en met ingang van 1 Juli tot 70 Nog stellen wij U voor, artikel 49 van het Werklieden reglement, ter zake van vergoeding voor geneeskundige hulp bij ziekte en ongevallen, in dienstbetrekking ontstaan, te wij zigen. Dit artikel wijkt, zooals de redactie thans luidt, af van de bepalingen daaromtrent voorkomende in de Ongevallen wet, het Rijksambtenarenreglement en de verordening van de Politie alhier. Ten einde een zuivere toepassing dezer be paling te verzekeren is het mitsdien gewenscht, een redactie op te nemen, welke correspondeert met de redactie in het Rijksambtenarenreglement en in de Ongevallenwet, daar bij voorkomende gevallen het recht op uitkeering kan worden getoetst aan de voorschriften daaromtrent bij de Ongevallen wet gegeven. Een gelijk voorstel is U heden gedaan voor het betrekkelijke artikel in het Ambtenarenreglement. Hiervoor is het noodig in artikel 49 van het Werklieden reglement de woorden: „indien hij als rechtstreeksch gevolg van de uitoefening van zijn dienst, zulks ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, door een ongeval getrof fen wordt" op den derden en vierden regel te schrappen en te vervangen door de woorden: „op den voet van de bepa lingen van die wet, in geval van ziekte of ongeval, ontstaan in verband met zijn dienstbetrekking" tusschen de woorden „kunstledematen" en „vergoed" op den elfden regel in te voegen de woorden: „alsmede schade aan hem toebehoo- rende kleeding en uitrusting toegebracht" en aan het slot van artikel 49 toe te voegen: „en voorzooverre hij terzake niet tegen een derde rechten kan doen gelden", terwijl ten slotte een nieuw tweede lid moet worden toegevoegd lui dende: „Wanneer de werkman zijne aan het slot van het voor baande lid bedoelde rechten aan de gemeente cedeert, heeft „hij volledige aanspraak op vrije genees- en heelkundige be handeling op den voet der bepalingen der Ongevallenwet „1921".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 202