No. 70 2 Mede is het om uniformiteit met de door het Rijk getroffen regelen te verkrijgen gewenscht, artikel 16 van de verorde ning te wijzigen en wel door na het woord „geniet" op den derden regel in te voegen „zoo hij gehuwd is" en het 1ste lid verder aan te vullen met de navolgende bepaling: „Is hij ongehuwd, dan geniet hij gedurende 30 dagen de volle „aan zijn ambt verbonden bezoldiging en daarna hetgeen 70 „ten honderd van die bezoldiging meer bedraagt dan zijn militaire belooning". Verder zal een nieuw tweede lid moeten worden toege voegd, luidende: „Ongehuwde eenige kostwinners worden voor de toepas sing van het eerste lid gelijkgesteld met gehuwden. Burge meester en Wethouders beslissen, of een ongehuwde als „eenige kostwinner beschouwd wordt". In verband met deze wijzigingen wordt lid 2 3 en lid 3 4, terwijl in het nieuwe lid 3 de woorden „het eerste lid" moeten worden vervangen door de woorden „het be paalde in het eerste en tweede lid" en in lid 4 de eerste zin: „Het bepaalde in het tweede lid geldt niet" door „Het be paalde in het derde lid geldt niet". In lid 3 is „5Yi maand" op den derden regel te wijzigen in „11 maanden", zulks in verband met de wijziging van den duur der eerste oefening. Tenslotte stellen wij U voor, ten einde een gelijkluidende redactie te verkrijgen met de betrekkelijke artikelen in het Rijksambtenarenreglement en de ambtenaren en werklieden reglementen der gemeente, in artikel 31 der verordening voor de politie de navolgende wijzigingen aan te brengen: Na het woord „worden" aan het slot van den tweeden regel toe te voegen: „op voet van de bepalingen dier wet" en aan het slot van het artikel: „en voorzoover hij terzake „niet tegen een derde rechten kan doen gelden", benevens toe te voegen een 2e lid aan artikel 31, luidende: „Wanneer de ambtenaar zijne aan het slot van het voor baande lid bedoelde rechten aan de gemeente cedeert, heeft „hij volledige aanspraak op vrije genees- en heelkundige be handeling op den voet der bepalingen der Ongevallenwet „1921."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 206