No. 10 VOORSTEL tot wijziging van de
BIJLAGEN 1940,
10 Januari 1940 verordening op de heffing van
rechten voor diensten der Ge
meente-Reiniging.
No. V/116.
Aan den Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 29 Juli 1938 werd, in verband
met de invoering der vuilnisstandaardemmers, besloten aan
de verordening op de heffing van rechten voor diensten der
Gemeente-Reiniging een nieuw artikel 8 toe te voegen, waarbij
de rechten voor het gebruik van deze emmers geregeld
werden (Gemeenteblad 1938, No. 750).
Bij de toepassing van deze rechten zijn evenwel bezwaren
ondervonden, welke o.i. dienen te worden ondervangen.
De onderhavige rechten zijn thans vastgesteld op grond
van den huurwaarde-aanslag der personeele belasting en wel
naar den toestand van 15 Januari van ieder kalenderjaar.
Volgens het bepaalde in artikel 17c (nieuw) al. 2 moet het
recht worden voldaan in de maand Januari.
De aanslagen in de personeele belasting worden door den
inspecteur der directe belastingen verstrekt, doch waren dit
jaar (1939) alle eerst einde Augustus in het bezit van de
administratie der gemeente-reiniging. Daarna moesten de
administratieve werkzaamheden door voornoemden dienst
nog verricht worden en vervolgens kon pas met de inning
worden begonnen. Hieruit volgt, dat de rechten, die in
Januari 1939 volgens de genoemde bepaling voldaan moesten
zijn, eerst op het eind van het jaar konden worden geïnd.
Ten einde hierin verbetering te brengen, is het o. i. gewenscht,
dat het bepaalde in artikel 7c al. 2 onveranderd blijft, doch
dat de rechten worden bepaald op grond van den aanslag
in de personeele belasting over het voorafgaande jaar.
De inning kan dan in het eerste halfjaar geheel zijn af-
geloopen,