No. 77 PRAE-ADVIES van Burgemeester en Wethouders op een schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant in zake wijziging van de gemeentegrenzen. Aan den Gemeenteraad. Zooals U bekend is, hebben de Gedeputeerde Staten dezer Provincie ons College bij schrijven van 27 December j.l., G. No. 269, le Afdeeling, bericht, dat zij voornemens zijn een voorstel van wet voor te dragen tot uitbreiding van deze gemeente met gedeelten van de gemeenten Ginneken c.a., Princenhage en Teteringen. Zij voegden bij dat schrijven: A) een uiteenzetting hunner beweegredenen tot dat voor nemen, waarvan een afschrift hierbij gaat; B) een omschrijving der nieuwe grenzen; en C) een kaart waarop de sub B) bedoelde grenzen nauw keurig zijn aangeduid. Voorts gaven zij, in verband met het bepaalde in artikel 158 der Gemeentewet, erin te kennen, dat zij gaarne vóór 1 Mei 1940 over bedoeld voorstel het oordeel van den Gemeenteraad en van de in genoemd wetsartikel bedoelde commissie uit de ingezetenen zouden vernemen. Terwijl de hiervoren sub A, B en C vermelde stukken bij dezen aan U worden voorgelegd, moge tevens genoemde wensch te Uwer kennis worden gebracht. Alhoewel de Gedeputeerde Staten in hunne uiteenzetting der beweegredenen het probleem „Groot-Breda" op kern achtige wijze hebben gesteld en de door hen voorgenomen voordracht van een voorstel van wet daarin afdoende heb ben gemotiveerd, meenen wij toch goed te doen, deze voor Breda zoo belangrijke quaestie nog eens nader met U te bezien. De uitzetting van Breda's grenzen wordt noodig geacht, omdat de omgeving van Breda met Breda zelf in alle op zichten is samengegroeid. Ligt ter visie in de Leeskamer. BIJLAGEN 1940. 19 Maart 1940,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 223