2) de verbindingen met de groote verkeerswegen;
3) de rioleering en de reiniging der singelgrachten;
4) de vuilnisstorting en de opslag van faecaliën;
5) het slachthuis;
6) de werkverruimingsmogelijkheden;
7) de armenzorg;
8) financiëele bezwaren;
9) de handhaving van de gemeentelijke verordeningen en
de uitvoering van hoogere regelingen.
ad 1. De bestemming der gronden (uitbreidingsplannen).
Het probleem, dat ten deze om een oplossing vraagt, moge
worden verduidelijkt aan de hand van de twee hierbijge-
voegde kaarten
Kaart I bevat het plan van uitbreiding voor het conglo
meraat, tot stand gekomen door het uitbreidingsplan van
Breda en de plannen der randgemeenten met elkaar te ver
binden.
Kaart II bevat een voor ons College ontworpen plan voor
dit zelfde gebied, uitgaande van de gedachte, dat dit admi
nistratief een eenheid vormt.
De verschillen tusschen beide plannen springen onmiddel
lijk in het oog.
Het plan van kaart I treft door een onregelmatige uit
breiding van de randgemeenten, die tegen Breda aan pro
jecteeren, met sterk uiteenloopende lintbebouwingen. De
gemeente Breda wordt ingesloten door een bebouwing, welke
niet volledig aansluit bij haar eigen projecties.
Ook deze eigen projecties zijn weinig aantrekkelijk. Slechts
noodgedwongen moet het minder gunstig gelegen terrein,
Noordelijk van den spoorweg, mede voor middenstandswo-
ningbouw worden bestemd. De groote doorbraak door de
stad, in het Noorden aansluitende aan den weg naar den
Moerdijk, loopt tegen de Zuidgrens der gemeente dood. Er
is een tekort aan rondgaande verbindingswegen.
Het plan van kaart II is veel logischer van opzet. De
bebouwing langs de grenzen van Breda sluit aan bij die van
de stad zelve. De om vele redenen zoo verwerpelijke lint
bebouwing is hierbij voorkomen.
Liggen ter visie in de Leeskamer.