No. 77 - 8 - vormt, zullen genoemde moeilijkheden te eeniger tijd ver dwijnen en zullen zoowel het slachthuis als de vleeschkeu- ringsdienst efficiënter en voordeeliger kunnen werken. Ad 6. De werkverruimingsmogelijkheden. Het grondgebied der gemeente Breda is zóó beperkt, dat het voor de gemeente vrijwel niet mogelijk is, ten behoeve van de werkverruiming initiatieven te nemen. Breda is, in tegenstelling met de omliggende gemeenten, dan ook vrijwel geheel van de centrale werkverruimingsobjecten afhankelijk. Ad 7. De armenzorg. Door de betere sociale voorzieningen, welke Breda biedt, bestaat bij de werkloozen en armlastigen een sterke neiging om zich te Breda te vestigen. Deze trek naar de centrumgemeente, welke ook elders wordt geconstateerd, heeft alhier ernstige afmetingen aan genomen, aangezien een verhuizing van Ginneken, Princen- hage of Teteringen naar Breda vrijwel geen moeilijkheden biedt. Bij uitzetting van Breda's grenzen, zouden deze moeilijk heden zich slechts in veel geringere mate voordoen. Ad 8. De financieele bezwaren. De bezwaren van financieelen aard, welke aan de be staande versnippering op administratief gebied zijn verbon den, zijn van onderscheiden aard. Zij zijn ten deele een gevolg van het feit, dat het uit gesloten moet worden geacht een vereffening te verkrijgen van de uitgaven, welke de verschillende gemeenten zich ge troosten voor den aanleg van werken en de instandhouding van instellingen, welke mede ten nutte van de bewoners der aangrenzende gemeenten strekken. Een zoodanige vereffening toch zou in vele gevallen niet meer dan billijk zijn. Indien de gemeente Breda een doorbraak bewerkstelligt, welke de Zuidelijke woonwijken met de Noordelijk gelegen haven- en industrieterreinen verbindt, dan strekt dit werk van anderhalf millioen gulden mede ten nutte van de in woners van Ginneken en is het toch eigenlijk vanzelfspre kend, dat die gemeente ook in de kosten bijdraagt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 230