No. 114
PILE-AD VIES op een verzoek van
het bestuur der St. Josephschool,
om medewerking voor het her
stel van het schoolgebouw aan
de St. Josephstraat en voor het
aanschaffen van leer- en hulp
middelen.
Aan den Gemeenteraad.
Zooals Uw College bekend zal zijn, is het gebouw der
R. K. Jongensschool in de St. Josephstraat door de in de
oorlogsdagen plaats gehad hebbende krijgsverrichtingen ge
deeltelijk vernield. De vernieling is zoodanig, dat het onder
wijs geen normalen voortgang meer kan vinden, zoodat zoo
spoedig mogelijk in het herstel van het schoolgebouw moet
worden voorzien.
Door het bestuur der school wordt thans, blijkens inlig-
gend schrijven tot Uw College het verzoek gericht om
medewerking voor het herstel van het gebouw en vernieu
wing der verloren gegane schoolmeubelen en leermiddelen.
Naar onze aanvankelijke meening kan hier, althans ten
aanzien van het herstel van het schoolgebouw, door het
bestuur geen beroep worden gedaan op artikel 72 der Lager
Onderwijswet, daar er geen sprake is van het stichten van
een nieuw schoolgebouw, nóch van uitbreiding, verbouwing
of verandering van inrichting. Het betreft hier kosten van
herstel, welke normaliter behooren tot die wegens instand
houding en dus, volgens het ter zake door de Lager Onder
wijswet gehuldigde stelsel, door het bestuur uit de gemeente
lijke vergoeding der materieele exploitatiekosten, bedoeld in
artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, zouden moeten
worden gekweten. Het is echter evenzeer duidelijk, dat die
vergoeding niet toereikend is voor de bekostiging van herstel
van belangrijke oorlogsschade.
Daar voor de ter zake geldende buitengewone gevallen
nog geen bepaalde richtlijnen werden aangegeven, hebben
wij ons tot het Departement van Onderwijs, Kunsten en
Ligt ter visie in de Leeskamer,
BIJLAGEN 1940.
29 Juli 1940,
No. V/2594