No. 114
2
1940
Wetenschappen gewend met het verzoek om te willen mede-
deelen, hoe ter zake dient te worden gehandeld, met name
om beantwoording van de vraag te wiens laste de kosten
van herstel zullen komen en of de Lager Onderwijswet, en
zoo ja welke bepalingen daarvan, eventueel toepassing kunnen
vinden. Tot op heden mochten wij echter nog geen antwoord
ontvangen. In afwachting hiervan dienen echter thans ten
spoedigste maatregelen te worden getroffen om het onderwijs
aan de school weer normaal te kunnen doen voortgang hebben.
Door den Dienst van Openbare Werken is een raming
opgemaakt der kosten voor herstelling van het schoolgebouw,
welke kosten in totaal worden begroot op f 18.616,—.
Een specificatie der begrooting gelieve U hierbij aan te
treffen.
Aangezien, zooals opgemerkt, thans nog niet bekend is,
te wiens laste de kosten voor het herstel dienen te worden
gebracht, wil het ons voorkomen, dat de gemeente, in af
wachting van de ter zake nader te geven voorschriften, in
deze als bemiddelaarster kan optreden, door het school
bestuur de benoodigde som voorloopig als renteloos voor
schot ter beschikking te stellen onder voorwaarde, dat indien
het schoolbestuur uit anderen bron de herstelkosten krijgt
terugbetaald wij denken b.v. aan financiering uit het
Herstelfonds 1940 de voorgeschoten gelden aan de ge
meente dienen te worden terugbetaald.
Ten aanzien van de aanschaffing van nieuwe leer- en
hulpmiddelen en schoolbanken, zijn wij vooralsnog van oor
deel, dat hiervoor door het schoolbestuur een normale aan
vrage ex artikel 72 tot Uw College kan worden gericht.
De ingediende aanvrage voldoet daaraan niet. Hierbij merken
wij op, dat wij spoedshalve aan het schoolbestuur reeds de
direct noodige schoolmeubelen uit den nog bij de gemeente
aanwezigen voorraad reeds ter beschikking hebben gesteld.
Naar aanleiding van het verzoekschrift hebben wij der
halve de eer U voor te stellen:
1. aan voornoemd schoolbestuur voor het herstel van
Ligt ter visie in de Leeskamer.