No. 120
VOORSTEL met betrekking tot de
overeenkomsten, gesloten met ver
bruikers, die electrischen stroom
afnemen volgens het vastrecht
tarief, berekend naar de aansluit-
waarde voor winkel-, etalage- en
reclame-verlichting en de opper
vlakte der woning.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer Uwen Raad mede te deelen, dat ten
gevolge van de verduisteringsmaatregelen ten behoeve van
de Luchtbescherming het verbruik van electrischen stroom
voor diverse verlichtingsdoeleinden zeer is beperkt moeten
worden. In verband daarmede zijn van een groot aantal
verbruikers bij den dienst der Lichtbedrijven verzoeken in
gekomen om ontheffing van de met hen aangegane vastrecht
overeenkomsten.
Voor tweeërlei categorieën van contractanten werd ten
deze reeds tot een oplossing gekomen, t.w. voor hen, die
uitsluitend ten behoeve van rec/ameverlichting stroom afne
men en voor de verbruikers, waarvoor het vastrechtbedrag
berekend wordt naar de oppervlakte van de woning. Aan
de eerste categorie werd n.l. op grond van het feit, dat zij
gedurende de verduisteringsperiode geen stroom kan afnemen,
gedurende die periode ontheffing verleend, terwijl aan de
tweede groep de gevraagde ontheffing werd geweigerdde
hiertoe behoorende verbruikers immers worden, mits zij hun
woning voldoende hebben afgeschermd, in het stroomverbruik
geenszins door de verduisteringsvoorschriften belemmerd.
De moeilijkheid doet zich echter voor met betrekking tot
die verbruikers, die stroom afnemen volgens het vastrecht
tarief, berekend naar de aansluitwaarde voor winkel-, etalage-
en reclameverlichting èn de oppervlakte der woning.
Deze afnemers immers zouden eensdeels namelijk voorzoo
ver betreft de reclameverlichting, voor ontheffing van de
overeenkomsten in aanmerking komen, terwijl anderzijds,
BIJLAGEN 1940.
22 Juli 1940,
No. I'2465