No. 120 2 namelijk voor wat de woning aangaat, voor annuleering dier overeenkomsten geen enkele aanleiding is. Voor deze verbruikers nu is door ons een oplossing ge dacht, welke hierin bestaat, dat de met hen gesloten con tracten blijven voortbestaan, met dien verstande echter, dat voor vastrecht- en stroomverbruik over het jaar 1940 in totaal niet meer zal worden berekend, dan verschuldigd zou zijn indien het geheele jaar tegen lichttarief was afgenomen. Naar het ons voorkomt zijn bij deze oplossing de be langen der gemeente èn die der afnemers beide het best behartigd. Berekend naar het aantal tot nu toe ingekomen aanvragen om ontheffing van verbruikers uit deze groep, t.w. 412 van het totaal a ca. 800, zal namelijk het totaal bedrag der mindere ontvangsten voor de gemeente naar schatting bijna f 1.350.— bedragen. Dit bedrag zal mitsdien tengevolge van de toepassing dezer oplossing aan de 412 om voorziening verzoekende verbruikers ten goede komen. Op grond van het vorenstaande meenen wij Uwen Raad dan ook in overweging te mogen geven, voor de hierbe- doelde categorie van stroom-afnemers den bovenomschreven maatregel goed te keuren. De Gascommissie, ten deze gehoord, kan zich met dit voorstel vereenigen. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, burgemeester, VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 332