spouwankers volgens een door Burgemeester en Wet
houders goed te keuren model.
2. Ten aanzien van de zwaarte, koppeling en verankering
kunnen nadere eischen gesteld worden
a. voor spouwmuren, die niet vanuit de fundeering
opgaan
b. voor spouwmuren met een hoogte van meer
dan 7 M.
c. voor spouwmuren, die op bijzondere wijze
worden belast.
Art. 75. Het 5e lid wordt als volgt gelezen:
5. Van elk gebouw of van elk complex van gebouwen
voor zoover dit op hetzelfde erf is gelegen, moeten
de afvoerinrichtingen onafhankelijk worden gemaakt
van die voor andere erven of van die voor gebouwen
op andere erven gelegen.
In punt a. van lid 7 wordt de zinsnede:
„Privaten op bouwwerken" gewijzigd in:
Privaten bij in uitvoering zijnde bouwwerken.
Art. 77. Aan het 5e lid wordt toegevoegd de volgende
zinsnede
Vrijstelling is eveneens mogelijk van het verbod in
het tweede lid om afvoerleidingen binnen door het
gebouw te voeren.
Art. 78. Het 3e lid wordt gelezen als volgt:
3. het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor gebou
wen, welke opgericht worden aan wegen, zbolang
deze nog niet van een rioleering zijn voorzien.
Art. 80. Het 6e lid wordt gelezen als volgt:
6. Ten aanzien van het aantal, de wijdte, het materiaal
en de wanddikte van standleidingen, kunnen andere
eischen gesteld worden. Alle leidingen moeten worden
gedicht met de geschikte verbindingsmiddelen voor het
voor de leidingen gebezigde materiaal.