No. 13 2 getroffene, hetwelk het gezin door diens overlijden moet derven of hetwelk geheel of gedeeltelijk ophoudt bij invali diteit. Hierbij is rekening gehouden met eventueelen andere vergoedingen - pensioen - welke de getroffene zouden toe vallen, terwijl bij gedeeltelijke invaliditeit de percentages zijn genomen, welke gebruikelijk zijn bij verzekeringsmaatschap pijen. Voor zoover voor de leden van den Luchtbeschermings dienst het risico niet bij de verzekering kan worden onder gebracht, dus in oorlogstijd, zijn ook deze leden onder de gevolgenregeling ondergebracht. Door de Commissie ad hoe werd aan ons rapport uitge bracht, hetwelk in afschrift hierbijgaat*). Met de daarin voorgestelde wijzigingen en aanvullingen hebben wij ons over het algemeen kunnen vereenigen, be houdens met het medegedeelde onder sub V en VI. Voor wat het bepaalde onder V betreft, komt het ons niet billijk voor, alleen de rijkspensioenen voor vermindering op de uitkeering in aanmerking te brengen. Hierdoor zal immers alleen een bepaalde categorie van Burgerwachts- en Luchtbeschermingsleden worden getroffen. De particuliere pensioenfondsen zijn heden op soortgelijke leest geschoeid als de rijkspensioenfondsen. Ook hier dragen werkgever en werknemer ieder voor een gedeelte bij in de kosten. Ons inziens is er dan ook geen voldoende reden om de particu liere pensioenen niet op te nemen. Met bijbetaling van het verschil tusschen uitkeering en laatste salaris kunnen wij ons vereenigen echter onder toe voeging totdat de betrokkene den pensioengerechtigden leeftijd heeft bereikt of zou hebben bereikt. Alsdan zou het verschil kunnen worden bijbetaald tot 70% van laatstgeno ten salaris of het maximum pensioen berekend naar dat salaris. Voor wat VI betreft, komt het ons meer gewenscht voor, als beroepsinstantie niet, zooals door de Commissie voorge steld, den Raad aan te wijzen, maar op verzoek der meest gereede partij drie arbiters aan te wijzen door den Kanton rechter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 34