Art. 77 lid 5.
Het is gewenscht vrijstelling te kunnen geven van de
bepaling, dat regenwaterafvoerpijpen binnenshuis moeten
worden aangebracht. Vooral bij grootere gebouwen kan
deze eisch tot vele moeilijkheden aanleiding geven.
Art. 78 lid 3.
De wijziging van het 3e lid maakt het niet alleen mogelijk,
dat privaten op in uitvoering zijnde bouwwerken aangebracht
kunnen worden, doch geeft ook een voorziening in het geval,
dat er gebouwd wordt aan een weg, waarin nog geen riool
aanwezig is.
Art. 80 lid 6 en art. 81 lid 4 sub d.
Het gebruik van buizen van asbest-cement, die overigens
aan bepaalde eischen moeten voldoen voor het construeeren
van stand- en grondleidingen, wordt, evenals dat in andere
gemeenten het geval is, toegestaanten einde geen moeilijk
heden met deze leidingen te krijgen, schrijven de fabrikanten
voor, dat voor het dichtmaken van de onderlinge verbindingen
dezer buizen gebruik gemaakt moet worden van dezelfde
grondstoffen als waaruit de buizen vervaardigd worden,
t.w.cement en asbest, welk laatste materiaal daarvoor beschik
baar wordt gesteld.
Gemakshalve wordt op het werk het gebruik van asbest
nagelaten en worden de buizen gedicht met een mengsel van
cement en zand.
Op grond van de huidige redactie van de Bouwverorde
ning is het niet mogelijk hiertegen op te treden en te eischen,
dat de geschikte materialen worden gebruikt.
Art. 133 lid 3.
Het voorgestelde nieuwe lid maakt het mogelijk ook op
te treden tegen eigenaren van gebouwen, geen woningen
zijnde.