No. 126
- 2 -
in staat zal zijn onmiddellijk weer over vakkundig en ge
schoold personeel te beschikken, zoodra het mogelijk is het
werk te hervatten.
Vooruitloopend op Uw beslissing te dezer zake hebben
wij dan ook gemeend den Secretaris-Generaal, Waarn. Hoofd
van het Departement van Sociale Zaken, te mogen mede-
deelen, dat deze gemeente gaarne bereid is in het ten deze
van overheidswege toe te kennen subsidie bij te dragen. Het
bedrag der subsidie wordt geval voor geval, n.l. bij de
goedkeuring der wachtgeldregeling door genoemd Departe
ment vastgesteld. De gemeente, waar de arbeider, die de
uitkeering ontvangt, woonplaats heeft, draagt in dit subsidie
bij in dezelfde verhouding als zij betaalt in de uitgaven,
bedoeld in art. 4, sub a, van het Koninklijk Besluit van
1 Juli 1937, Stbl. No. 448 (uitgaven wegens kosten van
steunuitkeeringen aan werkloozen en wegens arbeidsloonen,
betaald bij werkverschaffing aan werkloozen).
In hoeverre de medewerking aan deze regelingen voor de
gemeente Breda uitgaven zal vragen, kan thans nog niet
worden overzien. De wachtgeldregelingen, waarmede deze
gemeente tot heden in aanraking kwam, gingen allen uit
van elders gevestigde ondernemingen. Slechts enkele der be
trokken arbeiders hebben woonplaats in deze gemeente.
De wachtgeldregeling van de N.V. B.H. Schelling's Olie
handel, te Schiedam, gaat te Uwer volledige informatie
hiernevens*).
Ten slotte mogen wij U in overweging geven, het door
ons ten deze ingenomen standpunt goed te keuren door vast
stelling van bijgaand ontwerp*) tot wijziging der gemeente-
begrooting.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
VAN SLOBBE, burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.