No. 136
BIJLAGEN 194Ó.
13 Augustus 1940,
No. 1/2820.
PR^E-ADVIES op een adres van
de Wed. Schoenmakers-Akker
mans in zake slooping van het
pand Ceresstraat, hoek Terheij den
straat.
Aan den Gemeenteraad.
Overgelegd moge hierbij worden een tot Uwen Raad
gericht adres van de Wed. A. Schoenmakers-Akkermans,
te Oosterhout, d.d. 20 Juli 1940, waarin deze er haar te
leurstelling over uitspreekt, dat de muren van haar op den
hoek van de Ceresstraat en Terheijdenstraat gelegen pand,
zonder haar voorkennis zijn gesloopt.
Aangezien deze slooping naar haar oordeel zonder nood
zaak is geschied, verzoekt zij Uwen Raad haar een billijke
schadevergoeding te willen uitkeeren.
Dit verzoek komt niet voor inwilliging in aanmerking.
Het bewuste pand is door het bombardement niet slechts
ten deele verwoest, doch als gevolg daarvan ook geheel en
al uitgebrand. Het verband tusschen de nog overgebleven
muren was plaatselijk verbrokende muren en sommige
raampenanten vertoonden zijdelingsche uitbuigingen en waren
op verschillende plaatsen gescheurd.
Er bestond dan ook ernstig gevaar voor instorting, zoodat
zonder verwijl tot slooping moest worden overgegaan.
Wij mogen U voorstellen dit de Wed. A. Schoenmakers-
Akkermans in antwoord op haar adres te berichten en haar
daarbij te doen weten, dat het Rijk bij het vaststellen van de
oorlogsschade er zonder twijfel van zal uitgaan, dat haar
pand door het oorlogsgeweld geheel en al is vernield.
Tevens kan haar worden medegedeeld, dat voor den
grond, die aan de Gemeente afgestaan zal moeten worden,
een billijke vergoeding zal worden toegekend. Bij de ver
wezenlijking van het opbouwplan zal ook deze quaestie
worden afgedaan.