No. 153
VOORSTEL tot wijziging van de
gemeente-begrooting voor het
dienstjaar 1940 in verband met de
nota van aanmerkingen op die be
grooting en de vaststelling van de
bijzondere bijdrage uit 's Rijks kas
voor het jaar 1940.
Aan den Gemeenteraad.
Bij gemeenschappelijke beschikking van de Secretarissen-
Generaal van Binnenlandsche Zaken en van Financiën is
de bijzondere bijdrage uit 's Rijks kas voor het jaar 1940
vastgesteld op f 350.000.—.
Deze bijzondere bijdrage treedt in de plaats van de in de
gemeentebegrooting 1940 geraamde extra-bijdrage èn belas-
tingbijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds, Deze twee
bijdragen toch zijn met ingang van het jaar 1940 vervangen
door één bijdrage, de z.g. „bijzondere bijdrage uit 's Rijks
kas", zulks ingevolge de gemeenschappelijke beschikking van
de Secretarissen-Generaal van Binnenlandsche Zaken en van
Financiën d.d. 12/22 Juni 1940.
In de gemeentebegrooting 1940 werd, met inbegrip der
eerste wijziging, welke is bijgevoegd, wegens extra-bijdrage
geraamd f 161.392.77 en wegens belastingbijdrage f 220.237.23
of in totaal f 381.630.—. Toegekend wordt, zooals boven is
vermeld, een bijzondere bijdrage, groot f 350.000.-. Bij de
nota van Gedeputeerde Staten, d.d. 14 Augustus 1940, G
nr. 2292 Ille Afd., houdende aanmerkingen op de gemeen
tebegrooting 1940, wordt dit bedrag toegelicht. Deze nota
leggen wij hierbij over, vergezeld van een toelichting onzer
zijds*). Gedeputeerde Staten zijn ervan uitgegaan, dat de be
grooting moet worden beoordeeld los van de na den aan
vang van het begrootingsjaar ingetreden bijzondere omstan
digheden.
Het bij de nota vastgestelde begrootingstekort ad
f 350.000.— moet blijkens de medeovergelegde circulaire
van Gedeputeerde Staten, d.d. 7 Augustus 1940, G. nr. 565,
als definitief worden beschouwd evenals de tot gelijk bedrag
BIJLAGEN 1940.
11 September 1940,
No. V/3192.