No. 154
- 2 -
door den schuldenaar, in dit geval dus door de gemeente.
De gemeente is echter bevoegd bij de uitkeering van de
rente aan de daarop rechthebbenden de belasting af te hou
den. Dit geschiedde overeenkomstig het raadsbesluit van 9
Maart 1934 bij de betaling van de ingeleverde coupons der
obligatieleeningen.
Aangezien thans uitbreiding aan de couponbelasting is ge
geven, is het gewenscht, dat een nieuw raadsbesluit wordt
genomen, waardoor ook verhaal mogelijk is op de uit te
betalen rente van onderhandsche leeningen. Een ontwerp
besluit gaat ter vaststelling hierbij.
Nog wordt opgemerkt, dat het niet mogelijk is dit ver
haal op de rente van alle geldleeningen toe te passen, om
dat in de leeningsv oorwaarden van de in de laatste jaren
gesloten onderhandsche geldleeningen over het algemeen de
bepaling voorkomt, dat de belastingen, die van rente of af
lossing mochten geheven worden, ten laste van de gemeente
komen.
Burgemeester en Wethouders van Breda:
E. L. H. M. VAN MIERLO, loco-burgemeester,
VAN WOENSEL, secretaris.