Aan de Afdeelingen Breda van de R.K. Middenstandsvereeniging en van den Koninklijken Middenstandsbond, te Breda. Bericht op schrijven van: Breda, 31 October 1940. 23 October 1940. No. 1/3917 BIJLAGEN: ONDERWERP: Verzoek om GeCn' winkels geopend te mogen houden op 17 en 24 Nov. en op 22 December 1940. Naar aanleiding van Uw hierboven aangehaald, tot den Raad dezer gemeente gericht verzoek deelen wij U mede, dat dit naar onze meening niet voor inwilliging vatbaar is, omdat de omstandigheden, waarop, U zich beroept, niet dezulke zijn als in het eerste lid van art. 9 der Winkelslui tingswet worden bedoeld. Daarin wordt n.l. gezegd: „Indien, ter beoordeeling van den Gemeenteraad, in een gemeente zich bijzondere omstandigheden voordoen, welke afwijkingen van het bepaalde in art. 2 (e.a.) gewenscht maken, kunnen deze afwijkingen door den Gemeenteraad onder Koninklijke goedkeuring worden vastgesteld." Nu gelden de verduisteringsmaatregelen, welke het naar Uw meening gewenscht maken op de door U genoemde Zondagen de winkels geopend te houden, voor het geheele land, dus voor alle gemeenten. Ditzelfde kan ook worden gezegd van het verband, dat door U wordt gelegd tusschen die maatregelen en de komende feestdagen. Er kan hier dus niet worden gesproken van een speciaal plaatselijke omstan digheid. Deze doet zich b.v. wel voor op den Zondag, voorafgaande aan 6 Decemberer heeft dan het traditioneele bezoek van buitenlui aan Breda plaats voor het doen van inkoopen. Op grond hiervan is dan ook intertijd door den Raad bepaald, dat het geoorloofd is op dien Zondag een winkel voor het publiek geopend te houden (art. 3 der W inkelsluitingsverordening).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 487