No. 196 - 2 Wanneer wij het beeld der begrootingen voor 1941 bezien, moet vooropgesteld worden, dat ons College in het algemeen is uitgegaan van den toestand, zooal deze thans is. Het nemen van een ander uitgangspunt is o.i. ondoenlijk naar gelang de omstandigheden zich wijzigen, zal de begrooting moeten worden aangepast. Bedroeg het geraamde tekort op de ontwerp-gemeente- begrooting 1940 (met inbegrip van het le wijzigingsbesluit, waardoor de in September 1939 ingetreden prijsstijgingen werden verdisconteerd) rond f 380.000.'—, voor 1941 zal voor het sluitend maken der begrooting f 445.833,94 noodig zijn. Hiertoe is op hoofdstuk XV een bijzondere bijdrage uit 's Rijks kas geraamd tot laatstgenoemd bedrag. Het gevolg van deze raming is, dat de gemeente in 1941 hare financieele zelfstandigheid niet zal herkrijgen. De werkloosheid is na de bezetting van ons land door verschillende omstandigheden geleidelijk gedaald. Met een raming van 850 zorggevallen meenen wij te kunnen volstaan, tegenover een aantal van 1450 bij het opmaken der begrooting voor 1940. De uitgaven voor steunverleening en werkver schaffing zijn hierdoor ongeveer f 260.000,'— lager dan vorig jaar. Een gunstigen invloed op het eindcijfer der begrooting heeft dit echter niet, omdat nu een ongeveer gelijk bedrag minder moet worden geraamd wegens gewone bijdrage van het Rijk in de kosten van werkloozenzorg, aangezien het subsidiepercentage van het Rijk daalt naar gelang de werkloos heidsuitgaven minder worden. Wel wordt het eindcijfer der begrooting gunstig beïnvloed door een lagere raming der uitkeeringen van het Burgerlijk Armbestuur, welke gemotiveerd is nu het aantal personen, die over de eerste acht maanden van 1940 uitkeering van deze instelling ontvingen, geringer is dan dat over hetzelfde tijdvak van 1939, Er is reden om aan te nemen, dat 1941 in dit opzicht geen ongunstiger beeld zal toonen. Ook de kosten van ziekenhuisverpleging en van genees-, heel- en verbandmiddelen voor armlastige zieken konden hierdoor eenigszins lager geraamd worden. Tegenover deze gunstige factoren staan echter verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 506