3
No. 198
op ruimere schaal verstrekken van kleeding en voeding, zulks
in verband met de bijzondere omstandigheden. Bovendien
rijst de vraag, of het College de winterhulp zoodanig acht,
dat het verleenen van andere bijzondere hulp achterwege
kan blijven.
Een lid merkt op, dat, gezien de aanstaande gebiedsuit
breiding der gemeente, waardoor de geheele begrooting zal
moeten worden omgewerkt, rekening houdende met den
huidigen onzekeren toestand, die de meeste berekeningen op
losse schroeven zet en gelet op de algemeene beschouwingen
van Burgemeester en Wethouders bij de aanbieding der be
grooting, hij er geen behoefte aan heeft de bedragen der
begrooting te becritiseeren.
Enkele leden geven uiting aan hun wil tot samenwerking.
Zij zullen zich onthouden van uitvoerige algemeene beschou
wingen. De moeilijke tijdsomstandigheden maken het immers
onmogelijk ver vooruit te zien. Hoe de toekomst er ook
moge uitzien, zij zijn er van overtuigd, dat voor een goede
leiding van het gemeentelijk apparaat meer dan ooit reke
ning dient te worden gehouden met de behoeften en den
wil van alle lagen der bevolking. Zij weten, dat de wil tot
samenwerking er is, en dat de bevolking om deze samen
werking roept. Ieder zal naast dezen wil gedragen moeten
worden door de bereidheid tot het brengen van meerdere
offers. Rekening dient te worden gehouden met de nooden
der minstdraagkrachtigen.
Ze vragen zich o.a. af, of het niet nu reeds de tijd is, de
mogelijkheid van het stichten eener centrale keuken onder
het oog te zien. In dit verband vragen zij nog, of Breda
behoort tot de gemeenten, die hiervoor volgens de rijks
regeling in aanmerking komen, en of Burgemeester en Wet
houders bereid zijn pogingen in die richting te doen.
Gaarne brengen zij een woordt van lof aan Burgemeester
en Wethouders voor hun beleid in het afgeloopen jaar.
Op hun werk en vooral op dat van den Voorzitter drukte
steeds het stempel van den moeilijken tijd; de evacuatie van
de bevolking eischte besluiten, die met het grootste verant-