No. 199 2 - tember 1939 was de kapitaalschuld met een gering bedrag vermeerderd, maar op 14 December 1939 werd een geldlee ning ad 1.000.000,— afgesloten met den Postcheque- en Girodienst, zooals op bladzijde 17 van het gemeenteverslag is vermeld. Vandaar dat de toeneming der kapitaalschuld in 1939 ruim 1.000.000,bedraagt. Dit behoeft evenwel niet te verontrusten, aangezien van de geldleening ad 1.000.000, 94 onder de rendabele schulden kan worden gerangschikt. Het nog niet door geldleening gedekte bedrag der kapitaals uitgaven wordt telkens aan het einde van het jaar samenge steld; ook dit jaar zal zulks weer geschieden ten einde weder om in het gemeenteverslag te worden opgenomen. Ten aan zien van het bedrag kan worden medegedeeld, dat dit ver moedelijk ongeveer even groot zal zijn als aan het einde van het jaar 1939. In het gemeenteverslag 1939 moet inderdaad op bladzijde 17 in plaats van „vermindering" worden gelezen „vermeer dering". Verhooging van loonen en salarissen, zoowel als een duur- tetoeslag, zal naar onze meening de goedkeuring van hoogere instanties niet verwerven. Na de „gelijkschakeling" der sala rissen en loonen zal een zoodanige maatregel slechts genomen kunnen worden voor het rijks- en gemeentepersoneel tege lijkertijd. Zoolang niet bekend is, hoever de „Winterhulp" haar werkzaamheden zal uitstrekken, is het niet mogelijk voor stellen voor andere bijzondere hulp te doen. De gemeente Breda behoort tot de gemeenten, die volgens de rijksregeling in aanmerking komen voor een gaarkeuken. De stichting hiervan is in voorbereiding. Het opnemen eener begrooting voor de Handelsavondschool in de Bijlagen komt ons niet noodig voor, aangezien de kosten der school volledig gespecificeerd onder volgnummer 646 der gemeentebegrooting zijn vermeld. Ook in 1940 werd geen af zonderlijke begrooting in de Bijlagen opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 532