ONTWERP. DE RAAD DER GEMEENTE BREDA heeft besloten vast te stellen de navolgende verordening, betreffende het bewaren en ter beschikking stellen van af vallen van levensmiddelen en het ter beschikking stellen van dierlijke afvallen en van cadavers van honden en katten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder 1. „Afvallen van levensmiddelen": hetgeen het afvallen- besluit 1940 I daaronder verstaat. 2. „dierlijke afvallen": hetgeen het Afvallenbesluit 1940 II verstaat onder vleeschafvallen van wild en gevogelte, vischafvallen, beenderen, ondeugdelijke vleeschwaren en doodgeboren dieren. Artikel 2. 1. De bewaring van afvallen van levensmiddelen, die krachtens art. 2 van het Afvallenbesluit 1940 I moeten worden bewaard, geschiedt afzonderlijk en zonder vermenging met andere stoffen of voorwerpen. 2. De in het le. lid bedoelde afvallen van levensmiddelen moeten afzonderlijk en zonder vermenging met andere stoffen of voorwerpen zoo spoedig mogelijk ter be schikking worden gesteld van de personen of lichamen, die door Burgemeester en Wethouders voor het in zamelen van deze afvallen zijn aangewezen. Artikel 3. Hij, die een cadaver van een hond of een kat ter beschik king heeft, moet dit zoo spoedig mogelijk ter plaatse, door Burgemeester en Wethouders aangewezen, afleveren of, door middel van de diensten, lichamen of personen door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 555