No. 31 2 de in exploitatie te brengen gronden met de bestaande be bouwing of met andere deelen van het plan. Vaak zullen hier toe kunstwerken noodig zijn, waarbij is te denken aan brug gen, spoorwegovergangen of onder-doorgangen en door braken. In den regel zullen ook voorzieningen noodig zijn in ver band met den waterstaatkundigen toestand. Aanwezige wa- terloopen zullen moeten worden gedempt, hetgeen anderzijds veelal weer maatregelen vereischt voor de instandhouding der afwatering. Soms zullen ook duikers en dergelijke werken moeten worden aangebracht. De kosten van al deze werken vormen de zgn. productie kosten van den bouwrijpen grond. Deze kosten zullen, althans voorzoo verre zij strekken ten nutte van den uitbouw der ge meente, niet uit de algemeene kas, doch door de uitbreiding zelve gedekt dienen te worden. Het hier geponeerde beginsel is stellig juist. De grondeigenaar kan voor zijn grond toch niet een prijs verlangen, welke is bepaald, rekening houdende met de be stemming van den grond tot bouwgrond, zonder dat daar tegenover de kosten in aanmerking worden genomen van de werken, waardoor die bestemming slechts verwezenlijking kan vinden. Een hooge prijs van den maagdelijken grond, moge lijk in geval de gemeente dit is de belastingbetalende bur gerij alle of een deel der ten behoeve der uitbreiding ge maakte kosten voor haar rekening neemt, beteekent een on gemotiveerde bevoordeeling van den toevalligen grondeige naar ten koste van de overige leden der gemeenschap. De eige naar kan geen aanspraak doen gelden op de waardevermeer dering zijner gronden, welke het gevolg is van de totstand koming van openbare werken. De practische verwezenlijking van dit beginsel zal intus- schen, wil zij tevens tot een billijke verdeeling der lasten over de verschillende eigenaren leiden, niet zonder een ern stige en nauwgezette afweging van de belangen, welke bij de bouwexploitatie zijn betrokken, mogelijk zijn. Een juiste oplossing wordt niet verkregen door alles zonder meer op zijn beloop te laten en de kosten der diverse werken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 78