7
No. 31
3,- per M2. kost.
Wordt nu in den sector in exploitatie gebracht een terrein
van 10.000 M2., waarvan 9.000 M2. tot bouwgrond en 1000
M2. tot straat c.a. is bestemd, dan draagt de exploitant om
niet aan de gemeente over 1000 M2. grond voor den aanleg
van straat c.a. en betaalt hij aan deze nog een vergoeding
naar 2000 M2. maagdelijken grond, omdat bij 9000 M2. bouw
terrein niet 1000 M2. doch 3000 M2. straat c.a. „hoort".
Voorts betaalt de exploitant in een zoodanig geval de ge
middelde kosten van 3000 M2. straat c.a. of te wel 9000,
Thans een enkel woord over de verdeeling van de tot de
tweede groep behoorende kosten, de kosten dus van de zgn.
„groote werken", wier belang uitgaat boven dat van één
sector.
Allereerst zal beslist moeten worden in hoeverre de hier
bedoelde kosten ten laste zullen moeten komen van de alge-
meene kas en in hoeverre voor rekening van de stadsuit
breiding.
De beslissing ten deze zal niet gemakkelijk zijn, al bestaat
er van den anderen kant allerminst reden om de moeilijk
heden, welke zich zullen voordoen, overdreven groot te zien.
Zij verschillen geenszins in aard van die, welke bij elke over
eenkomst, welke wordt aangegaan, tot oplossing komen. Be
slist de gemeente, dat gedeelte dezer werken door de ex
ploitanten betaald moet worden, dan is die beslissing geens
zins minder gefundeerd dan b.v. die waarbij een fabrikant
de prijzen van zijn fabrikaten vaststelt. Maatschappelijke en
juridische verhoudingen worden nu eenmaal niet naar wis
kundige maatstaven vastgesteld.
Is de hier besproken beslissing genomen, dan geschiedt de
verdeeling van deze kosten (die der zgn. groote werken dus)
te Eindhoven verder op zeer eenvoudige wijze. Men slaat
daar deze kosten zonder meer om over alle in de partieele
uitbreidingsplannen begrepen tot bouwgrond bestemde ter
reinen. De ervaring daar heeft uitgewezen, dat deze oplos
sing niet tot scheeve verhoudingen leidt, al brengt zij met zich
mede, dat de kosten van een park in het Westen der stad
mede komen ten laste van de gronden in het Oosten der