2 Breda, die, voorzoover zij binnen een uitbreidingsplari zijn gelegen, in overeenstemming met dat plan zijn en zijn voorzien van water, gas en electrische leidingen; e. gronden in exploitatie zouden worden gebracht, welke door hun ligging niet in aanmerking komen voor dade lijke opneming in- en aansluiting aan den bestaanden aanleg; f. de ontwikkeling der bebouwing niet bouwbloksgewijze zou plaats hebben, maar een aanbouw in ongewenschten lintbouwvorm tot stand zou komen; g. het te exploiteeren terrein niet een zoodanigen vorm heeft, dat een afgerond geheel kan worden verkregen; h. in het te exploiteeren terrein de aanleg van hoofdriolee- ring, hoofdwater-, hoofd-gas- en electr. leidingen, niet op regelmatige wijze in gemeentegrond zou kunnen tot stand komen. i. in de niet tot bouwgrond bestemde gronden, in het te exploiteeren terrein gelegen, kunstwerken zijn uitge voerd, die door hun aard, ligging of de daarbij gebezigde materialen, niet voor overname door de gemeente in aan merking komen, tenzij die werken vóór de overdracht zullen zijn verwijderd; j. de bouwexploitatie tengevolge zou hebben, dat de ge meente uitgaven zou moeten doen, welke in totaal be langrijk hooger zijn dan de bedragen, door den exploi tant verschuldigd, vermeerderd met de eventueel reeds door derden betaalde bedragen. Artikel 4. 1Een overeenkomst tot het in bouwexploitatie brengen van gronden begrepen in een overeenkomstig artikel 37 of 38 der Woningwet goedgekeurd plan van uitbreiding, waarbij de bestemming van den grond in onderdeelen is aangewezen, kan slechts tot stand komen op de grond slagen in de volgende artikelen vervat. Indien een over eenkomst wordt aangegaan tot het in bouwexploitatie brengen van gronden, welke niet zijn begrepen in een overeenkomstig artikel 37 of 38 der Woningwet goed-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 94