No. 49
VOORSTEL tot het verleenen van
een bijdrage aan de gemeente
Ginneken in de kosten van om
legging van de Molenlei en tot
verkoop van de voor de omlegging
benoodigde gronden aan die ge
meente.
Aan den Gemeenteraad.
Het Gemeentebestuur van Ginneken c.a. is voornemens
de Molenlei te verleggen door haar vanaf IJpelaar naar den
singel bij het St. Ignatiusziekenhuis, te Breda, te leiden en
haar vanaf IJpelaar tot de Mark, voor zoover ze niet voor
afwatering noodig is, te dempen. Op bijgaande teekening*)
is de verlegging der rivier aangegeven.
De kosten van het werk worden op f 112.869,80 geraamd,
waarvan, bij uitvoering in werkverschaffing, 100% der ar-
beidsloonen ad f 30.000,— door het Rijk zal worden gedragen.
De gemeente Ginneken vraagt van de gemeente Breda
een bijdrage in de kosten, welke te haren laste blijven
ad f 82.869,80 tot een bedrag van f 10.000,Los van een
eventueele samenvoeging van de beide gemeenten komt ons
de voorgestelde omlegging van de Molenlei van zoodanig
belang voor onze gemeente voor, dat een bijdrage in de
kosten, als door Ginneken gevraagd, alleszins gemotiveerd
is. Het valt toch niet te ontkennen, dat het uit een oogpunt
van volksgezondheid van groot gewicht is, dat de stank van
de Molenlei in de omgeving van het Oranjeplein des zomers
verdwijnt en het dan zuivere water van de Molenlei in de
singelgracht wordt geleid.
Nabij het Oranjeplein was, in verband met het maken
van den rondweg om Breda, een duiker in de Molenlei ge
projecteerd, waarvan de kosten op f 17.000,—zijn geraamd.
Deze duiker wordt nu overbodig. Het Rijk zou de kosten
van dezen duiker voor de helft betalen, terwijl door Gin
neken en Breda elk een vierde gedeelte zou worden voldaan.
Voor Breda beteekent dit dus een voordeel van f 4250,—.
BIJLAGEN 1941.
27 Februari 1941,
No. V/7064.