No. 53. VOORSTEL tot wijziging van de verordeningen, betreffende de le vering van gas, electriciteit en water. Aan den Gemeenteraad. Zooals Uwen Raad bekend is, worden de quitanties voor gas, water en electriciteit ingevolge de desbetreffende regelen (art. 19 verordening nr. 763, art. 13 verordening nr. 598 en art. 26 verordening nr. 777), indien bij eerste aanbieding geen betaling gevolgd is, nog voor een tweeden keer ter be taling aangeboden zonder dat dit voor de betrokkenen extra onkosten met zich brengt. Eerst indien ook dan betaling achterwege blijft, worden straffer maatregelen genomen en zijn de betrokkenen verplicht, met bijbetaling van een boete van f 0,20, het verschuldigde ten kantore van het bedrijf te gaan voldoen. Van deze soepele incasseeringswijze wordt in groote mate misbruik gemaakt. Bij de eerste aanbieding wordt in het al gemeen nog niet de helft der quitanties voldaan. Het extra werk, dat hiervan het gevolg is, is zeer omvangrijk. Door dat de omvang van de niet-betaling bovendien steeds wisselt, worden ook de tijdstippen van incasso en opneming en de perioden, waarover moet worden betaald, wisselvallig, het geen weer tot gevolg heeft dat ook velen niet in staat zijn bij eerste aanbieding de quitantie te voldoen. Het komt ons college in verband hiermede gewenscht voor, de bestaande regeling te herzien. Betrokkenen waren voortaan na de eerste vergeefsche aanbieding der quitantie te verplichten om het verschuldigde binnen een termijn van 8 dagen ten kantore van het bedrijf te gaan voldoen. Komen betrokkenen deze verplichting niet na, dan ware hun een waarschuwing te zenden, in denzelfden geest als thans na de tweede aanbieding uitgaat met verbeurte van een boete van f 0,20. Leggen betrokkenen deze naast zich neer iets wat naar BIJLAGEN 1941. 28 Februari 1941, No. 1/2635.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 113