T
No. 68
j
SCHRIJVEN houdende mededeeling
omtrent het houden van een Paasch-
kinderkermis.
Aan den Gemeenteraad.
Van verschillende zijden bereikte ons het verzoek om een
Paasch-kinderkermis te mogen houden, ten einde exploitan
ten, die alhier of in de onmiddellijke omgeving woonachtig
zijn, in de gelegenheid te stellen in hun onderhoud te voor
zien, daar het nog steeds niet mogelijk is met hun zaken op
reis te gaan.
Alvorens op dit verzoek een beslissing te nemen, hebben
wij ons om toestemming hiervoor gewend tot de Duitsche
autoriteiten. Deze hadden tegen het houden dezer kermis
geen bezwaar.
Niet alleen voor de kermisexploitanten beteekent deze ker
mis een bron van inkomsten, doch de practijk heeft bewezen,
dat ook de Bredasche neringdoenden hier wel bij varen. Wij
hebben daarom gemeend, in het belang van vele ingezetenen
aan het verzoek tegemoet te moeten komen.
Wij zijn niet in de gelegenheid geweest U hiervan eerder
in kennis te stellen, omdat deze aangelegenheid eerst sedert
kort ter tafel is gekomen en langer uitstel wegens het verloop
van den gunstigen tijd (Paaschvacantie der kinderen) ons
niet gewenscht voorkwam.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
BIJLAGEN 1941.
17 April 1941.
No. V/5176.