Nota van toelichting op de Bebouwingsverordening
„Ginnekenweg"
De verordening streeft naar een ordening in de bestem
ming der perceelen, van een gedeelte van den Ginnekenweg,
welk er toe zal leiden, dat de woonhuizen zonder voor
tuinen langzamerhand tot winkelhuizen worden omgebouwd
en de woonhuizen met diepe voortuinen hun bestemming
van woonhuis zullen behouden.
De bevordering van een ontwikkeling in dezen zin ligt
voor de hand. De typische woonhuizen met hun diepe voor
tuinen zijn immers nog zoo goed als ongeschonden gebleven
en een eventueele behoefte aan winkelpanden kan zonder
moeilijkheden worden opgevangen doordat er nog steeds
een vrij groot aantal woonhuizen zonder voortuinen is, dat
tot winkelhuis of bedrijfsruimte bestemd kan worden.
Laat men aan de ontwikkeling te dezen den vrijen loop,
dan is het vrijwel zeker, dat het zal voorkomen, dat panden
met voortuinen voor het houden van een winkel of het uit
oefenen van een bedrijf gebezigd zullen gaan worden, tot
schade van den welstand en hinder van de omwonenden.
Een enkel bedrijf reeds kan het geheele cachet eener woon
wijk wijzigen en de daar zoo begeerde rust verstoren.
Evenzeer zal het, indien volledige vrijheid gelaten wordt
en daardoor de stimulans in een bepaalde richting ontbreekt,
zonder twijfel lang duren voordat de panden zonder voor
tuin alle tot winkel of bedrijf zijn bestemd.
En toch is een ontwikkeling in deze richting gewenscht.
Er is eerst een winkelbuurt, indien de opeenvolgende panden
allen tot winkel zijn bestemd. Voor de neringdoenden is
het verreweg het voordeeligst, indien hun winkel niet tus-
schen woonhuizen staat verscholen.
De verordening beoogt intusschen geenszins het tot stand
komen van onmiddellijke wijzigingen. Indien een perceel een
bestemming heeft, welke van den algemeenen opzet afwijkt,
dan kan het die bestemming toch behouden. In verband