No. 108 VOORSTEL tot wijziging van de Winkelsluitingsverordening, Aan den Gemeenteraad; l r? - p. - v." - Dé Hoofdinspecteu?* van den Arbeid, Hoofd van het 2e District der Arbeidsinspectie te Breda, heeft bij brief van 25 Mei 1938 aan alle Bredasche slagers vrijstelling verleend van de verplichting tot het invullen en ophangen van een arbeidslijst o.m. onder voorwaarde, dat ervoor wordt zorg gedragen, dat het personeel des Maandags in den namiddag geen arbeid verricht. Hij merkte daarbij op, dat deze regeling elders reeds enkele jaren toepassing heeft gevonden tot groote tevredenheid, zoo wel van werkgevers als van werknemers. Hij verwachtte dan ook, dat de Bredasche slagers ermede zouden accoord gaan. Mocht hij in zijn verwachting teleurgesteld worden, dan zou hij naar hij mededeelde - gebruik maken van de hem in artikel 17 van het „Werktijdenbesluit voor fabrie ken en werkplaatsen" gegeven bevoegdheid en den Maan dagmiddag voor het in de slagerijen werkzame personeel als den vrijen middag aanwijzen. Het is zoover niet gekomen. De verleende vrijstelling is onder de gestelde voorwaarde algemeen aanvaard. In verband met dezen vrijen Maandagmiddag voor het slagerspersoneel heeft de R.K. Bredasche Slagersvereeniging ons thans verzocht te willen bevorderen, dat Uw Raad be paalt, dat in deze gemeente de slagerswinkels nu ook des Maandags na 1 uur des namiddags voor het publiek gesloten moeten zijn. Volgens artikel 6 der Winkelsluitingswet 1930, S. No. 460, kan de gemeenteraad onder goedkeuring van de Kroon thans, krachtens de verordening van den Rijks commissaris voor het Fezette Nederlandsche gebied, d.d. 31 October 1840, betreffende bijzondere maatregelen op gdnii- nistratiefrechtelijk gebied (Verordeningenblad 1940, No. 193), onder goedkeuring van den Secretaris-Generaal van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart BIJLAGEN 1941, 12 Juni 1941, No. 1/7729.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 241