No. 109
2
de. Dit bedrag moet dan ook in vergelijking worden gebracht
met de waardevermeerdering van dat niet-onteigende, en
komt dus in het bedrag van de schadeloosstelling, indien de
waardevermeerdering als in casu de waardevermindering
overschrijdt, niet tot uiting.
Het vonnis in de zaak W. A. A. Vermeulen in op geheel
gelijksoortige wijze opgebouwd. Het nadeel voor de gemeente
maakt daar uit een bedrag van 3300,(De schadeloos
stelling is voor die gronden vastgesteld op 9502,30).
Het wil ons voorkomen, dat in deze beide vonnissen niet
mag worden berust, gezien ook het advies van Mr. J. H. H,
van Schaik te 's-Gravenhage, hetwelk in bijgaand schrijven
van Mr. J .J. A. H. Houben, d.d. 28 Mei 1941, is vervat.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen beroep in
cassatie in te stellen tegen beide voormelde vonnissen der
Arrondisements Rechtbank te Breda.
Wij teekenen hierbij ten slotte nog aan, dat de gemeente
aan L. J. J. Vermeulen een bod had gedaan van 9000,en
aan W. A. A. Vermeulen van 5650,Ook de „eigenlijk
gezegde" waarde is door de Rechtbank dus hooger gewaar
deerd, te weten onderscheidenlijk 9.936,71 en 6202,30.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.