No. 119
- 6
/KvKb)
de stijging van de kolenprijzen, en van 1/39 (Pb
cts. per kWh in verband met de omzetbelasting.
De formule, welke de totale geoorloofde prijsverhooging
aangeeft, zal hier dus luiden:
Kv Kb 1/39 Pb 1/39 (Kv Kb) 1/39 Pb
(Kv~Kb) 1/39 Pb 4/39 (Kv—Kb) cts. per kWh.
De prijsverhooging is hier voor de onderscheiden tarieven
verschillend.
Het Gas- en Electriciteitsbedrijf zal ook hier den regel
volgen, dat de kolenclausules slechts gehandhaafd worden,
indien zij voor de verbruikers tot gunstiger resultaten leiden
dan toepassing van de hierbesproken formules.
Tenslotte mogen wij Uwen Raad doen opmerken, dat er
rekening mede moet worden gehouden, dat binnen afzien-
baren tijd mogelijk aanvulling zal plaats hebben van de van
wege het Departement gegeven richtlijnen, naar dewelke de
gas- en electriciteitstarieven en de met de gas- en electrici-
teitslevering verband houdende vergoedingen gewijzigd mo
gen worden. Het is immers niet uitgesloten, dat nog andere
factoren dan de kolenprijzen en de omzetbelasting de finan-
cieele positie van de bedrijven zullen gaan beïnvloeden en
dat het Departement wil goedvinden, dat ook met die andere
factoren, met inachtneming van bepaalde richtlijnen, bij de
vaststelling van de prijzen wordt rekening gehouden.
Zoolang toepassing dier richtlijnen niet tot geheel nieuwe
tarieven voert, doch er slechts op is gericht om nieuwe lasten
naar de uiteindelijke verbruikers over te hevelen, wil het ons
niet noodzakelijk en te omslachtig voorkomen, dat Uw
Raad steeds omtrent de al dan niet toepassing ervan ge
hoord wordt.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen ons College
te machtigen om in overleg met de Gascommissie en in over
eenstemming met de vanwege het Departement gegeven
richtlijnen de tarieven van het gas- en electriciteitsbedrijf te
wijzigen, zoolang die richtlijnen niet tot wijzigingen van in-