No. 148. VOORSTEL tot vaststelling van
BIJLAGEN 1941.
j. een verordening op de helSng van
tv t rechten voor inenting tegen typhus
No. V/9014.
en paratyphus*
Aan den Gemeenteraad.
Volgens artikel 4, le lid, van het besluit van den Secre
taris-Generaal van Sociale Zaken d.d. 25 Juli 1940 (veror
dening nr. 82/1940) kan de geneeskundig inspecteur van
de volksgezondheid gemeenten aanwijzen, welker bevolking
zich tegen typhus en paratyphus moet laten inenten, terwijl,
volgens het 4e lid van dit artikel, het is toegestaan, dat
van de ingeënte personen, met uitzondering van on- en min
vermogenden, een bijdrage in of vergoeding van de door de
gemeente gemaakte kosten van inenting wordt gevorderd.
Hoewel omtrent de heffing vrijheid is gelaten, moeten de
gemeenten, indien zij ter verkrijging van een sluitende be
grooting flnancieelen steun van het Rijk behoeven, van deze
bevoegdheid gebruik maken.
De vergoeding dient vastgesteld te worden op een vast
bedrag, hetwelk ongeveer overeenkomt met de kosten, welke
gemiddeld per inenting ten laste der gemeente komen, terwijl
deze zal kunnen worden gevorderd van hen, wier gemengde
hoofdsom (d.i. hoofdsom gemeentefondsbelasting eventueel
vermeerderd met hoofdsom vermogensbelasting) 96.of
meer bedraagt. Van hen, wier gemengde hoofdsom ligt
beneden 96.—, zal een bepaald percentage van genoemd
bedrag in rekening moeten worden gebracht.
Blijkens het advies van den directeur van den genees
kundigen dienst, komt het hem gewenscht voor om een stam-
bedrag van ƒ1.— per afzonderlijke verrichting te heffen.
De berekening van het recht v/ordt daardoor eenvoudig en
overzichtelijk en het meerendeel der bevolking betaalt dan
10 cent per injectie of niets.
Hoewel Breda tot heden nog niet is aangewezen als