No 152 VOORSTEL tot het in het Grond bedrijf brengen en uit dit bedrijf BIJLAGEN 1941. 30 Juli 1941. nemen van gronden. No. V/9346 Aan den Gemeenteraad. In aansluiting op ons voorstel, d.d. 2 Juli 1941 no V/8112, deelen wij U mede, dat alsnog in het Grondbedrijf moeten worden ingebracht de navolgende perceelen 1. Sectie E. no. 1857, groot 18.864 M2. 2. Sectie E. nos. 224 en 225, beide gedeeltelijk groot 6417 M2. Het sub 1 genoemde perceel werd aangekocht bij raads besluit d.d. 27 Juni 1939 ten laste van den algemeenen dienst van M. J. Brooijmans voor f 41.915,90. De gedeelten der perceelen sub 2 genoemd werden aan gekocht van Mevr. wed. K. F. van Brink bij raadsbesluit d. d. 23 Febr. 1939. Zij maken deel uit van de voormalige zweminrichting „Boeimeer". De toen aangekochte eigendommen ter grootte van 1.47.10 H.A. zijn, behoudens een oppervlakte van 6417 M2, gebruikt voor den algemeenen dienst der Gemeente, wegens be stemming tot volksbad, park en sportterrein. De 6417 M2 echter werden bestemd voor straataanleg en bouwterrein. In het Grondbedrijf moet derhalve worden ingebracht 6417 M2. De kosten van aankoop van de zweminrichting „Boeimeer" hebben f 30.306,14 bedragen, zoodat voor 6417 M2 is te rekenen: X f 30.306,14 is f 13.824,21. Van deze 6417 M2 is 4800 M2 ten bate van het Grond bedrijf verkocht aan den bouwondernemer J. van Poppel, terwijl 1617 M2 is noodig geweest voor straataanleg. De laatstgenoemde oppervlakte moet ingevolge de ver ordening op het beheer van het Grondbedrijf om niet door het bedrijf aan de Gemeente worden overgedragen. Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor te besluiten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 355