No. 31
BIJLAGEN 1941.
6 Februari 1941,
No. 1/1451.
VOORSTEL tot aanvulling van de
Algemeene Politieverordening met
een nieuw artikel 46a.
Aan den Gemeenteraad.
De vraag is gerezen, of het geen aanbeveling zou ver
dienen de beroepsmatige uitoefening van de door de bijzondere
omstandigheden in het leven geroepen geleide- en bood
schappendiensten aan een controle van gemeentewege te onder
werpen.
Wij hebben gemeend deze vraag bevestigend te moeten
beantwoorden, omdat het uiterst gewenscht is, dat het publiek
ervan verzekerd kan zijn, dat zich voor deze diensten slechts
beschikbaar kunnen stellen, personen, die steeds blijk hebben
gegeven betrouwbare lieden te zijn.
Om deze controle op doeltreffende wijze te kunnen uitoe
fenen, ware voor het verrichten van geleide- en boodschappen
diensten een vergunning van onzentwege te eischen.
Langs dien weg is het ook mogelijk, dit nieuwe bedrijf
in goede banen te leiden en een gezonde ontwikkeling dezer
nuttige diensten -z bevorderenvolledige vrijheid brengt
allicht een onverantwoorden uitgroei en een fnuikende con
currentie met alle gevolgen van dien met zich mede.
In bijgaand ontwerp-raadsbesluit worden de geleide- en
boodschappendiensten niet in hun vollen omvang omschreven.
Een zoodanige opzet zou het gevaar met zich brengen, dat
personen in de regeling worden betrokken, die in hun beroep
zonder bezwaar geheel vrij gelaten kunnen worden.
De oplossing is daarom gezocht door een vergunning te
eischen voor het verrichten van die diensten, welke de kern
vormen van de geleide- en boodschappendiensten en niet
tevens tot het arbeidsterrein van anderen behooren.
Opgemerkt zij nog, dat het in ons voornemen ligt, de
vergunninghouders in het bezit te stellen van een vergunnings-