No. 9.
VOORSTEL om H. M. de Koningin te
verzoeken Haar besluit, tot
vaststelling van het maximum
aantal drankvergunningen, in
te trekken.
Aan den Tijdelijken Raad der gemeente Breda.
Wij hebben de eer Uwen Raad voor te stellen tot Hare
Majesteit de Koningin het volgende schrijven te richten:
„Aan
Hare Majesteit de Koningin,
„Bij besluit van Uwe Majesteit van 4 November 1935, No. 39,
„is voor deze gemeente het maximum der vergunningen, met
„uitzondering van de hötelvergunningen, dat ingevolge artikel 5
„der Drankwet 122 bedroeg, verlaagd tot 100.
„Practisch kwam dit hierop neer, dat Breda den norm, welke
„artikel 5 der Drankwet stelt voor gemeenten tusschen 20.000 en
„50.000 inwoners (1 vergunning op 400 inwoners) prijs gaf om
„plaats te nemen tusschen de grootere gemeenten, waarvoor als
„wettelijke norm geldt 1 vergunning op 500 inwoners.
„Nu het inwonertal der gemeente Breda sedert van 48.800 tot
„rond 80.000 is gestegen, kan dit verlaagde maximum van 100
„uiteraard niet worden gehandhaafd.
„De intrekking van genoemd besluit van 4 November 1935,
„No. 39, lijkt thans in de rede te liggen.
„Zij zal immers tot gevolg hebben, dat artikel 5 der Drankwet
„weder tot leven komt en dat in Breda op 500 inwoners 1 ver-
„gunning zal kunnen worden toegelaten, hetzelfde percentage als
„in 1935, toen Breda geen ander karakter droeg dan thans, toe-
„laatbaar werd geacht.
„Wij mogen Uwe Majesteit dan ook eerbiedig verzoeken Uw
„besluit van 4 November 1935, No. 39, wel te willen intrekken.
De Raad der gemeente Breda,
voorzitter.
secretaris."
Een toelichting behoeft vorenomschreven request niet.
Wel moge onder Uw aandacht worden gebracht, dat ingevolge
BIJLAGEN 1945.
14 November 1945.
No. 1/14303.
