BIJLAGEN 1946 NO. 57. 9 April 1946. No. 1/3931. SCHRIJVEN, houdende mededee» lingen omtrent de toepassing van de artikelen 6 en 40 j.o. 6 der Drankwet door de Kroon ten opzichte van het maximum aantal vergunningen en het maximum aantal verloven A in de gemeente Breda. Aan den Tijdelijken Raad der gemeente Breda, Wij hebben de eer li hierbij ter kennisneming aan te bieden af schriften van de Koninklijke besluiten van 9 Februari 1946, nrs. 13 en 14, betreffende de toepassing van de artikelen 6 en 40 jo. 6 der Drankwet (Staatsblad 1931, nr. 476). Uit deze stukken zal U blijken, dat geen gevolg is gegeven aan geven aan de wettelijke maxima van de artikelen 5 en 40, le lid der gaven aan de wettelijke maxima van de artikelen 5 en 40, le lid der Drankwet. De Kroon heeft zich klaarblijkelijk niet op het standpunt willen stellen, dat Breda in verband met de herziening harer grenzen op bedoelde intrekking in zekeren zin aanspraak kon maken. Eerst in 1950 zal een herziening der geldende maxima opnieuw aan de orde kunnen worden gesteld. Daarom moge thans worden vol staan met de opmerking, dat wij de stelling van de Kroon, dat bij het geldende maximum van 100 in de komende jaren wel in de be- ®hoefte aan verloven A zal kunnen worden voorzien en dat een in trekking van het Kroonmaximum voor de vergunningen in de ko mende periode van 5 jaar zonder werkelijke beteekenis zou zijn, wel v/at vermetel achten. Het lijkt ons geenszins uitgesloten, dat bij een verdere opleving van het vereenigingsleven het aantal verloven A de 100 eerder zal bereiken dan de Kroon zich denkt en dat verlof A-aanvragen, welke in e:en gerechtvaardigde behoefte beoogen te voorzien, zullen moeten worden afgewezen. Evenzeer achten wij het zeer wel mogelijk, dat het aantal vergunningen in de eerstkomende 5' jaren tot het wettelijk maximum zal dalen. Liggen ter inzage in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 119